Oudere werknemers motiveren

Wat ons drijft

Oudere werknemers motiveren

Afgelopen zondag stond in het AD dat Wolter Kroes, die dit jaar zijn 50ste verjaardag viert, tot na zijn pensioen wil blijven zingen.“Ik wil zeker nog wel vijftien jaar doorknallen, minimaal”, aldus de zanger tegen de showredactie van het AD. De leeftijd van 65 jaar is hierbij duidelijk het uitgangspunt. Een diepgewortelde grens in onze maatschappij. De overheid wil de grens graag bijstellen, alleen dat valt nog niet mee. Momenteel beraadt het kabinet zich op vernieuwing van het pensioenstelsel. “De oudere werknemers komen er aan!”, aldus VNO-NCW. Alsof je te maken hebt met een invasie waartegen je je moet wapenen.

Dat Wolter gedreven is om nog lang door te gaan, komt volgens hem omdat hij al dertig jaar plezier heeft in zijn vak. Het is eigenlijk niet heel ingewikkeld om plezier, maar ook voldoening, te ervaren tijdens het werken. Uit onderzoek weten we namelijk dat hier drie psychologische basisbehoeften aan ten grondslag liggen. En het is de taak van de werkgever om hiermee rekening te houden en een breed gedragen motiverend leer- en werkklimaat te creëren zodat werknemers gedreven leren en werken ten behoeve van het realiseren van organisatiedoelen.

Als werknemers gedreven leren en werken, zullen zij langer inzetbaar zijn. En jong geleerd, is oud gedaan. Je hoeft je dus niet te wapenen tegen oudere werknemers, maar het is wel goed je te realiseren dat er kenmerkende verschillen zijn in de wijze waarop een jongere en oudere werknemer gemotiveerd raakt en blijft.

In haar studie naar het motiveren van oudere werknemers noemt Dr. T.A.M. Kooij belangrijke kenmerken van oudere werknemers. Zij stelt onder andere dat extrinsieke motieven afnemen en intrinsieke motieven toenemen naarmate men ouder wordt. Zo raken oudere werknemers steeds minder gemotiveerd door nieuw en uitdagend werk, het maken van promotie of verhoging van salaris. Oudere werknemers raken meer gemotiveerd door een interessante baaninhoud waarbij voldoende ruimte is voor het gebruiken van opgedane vaardigheden en kennis, sociale interactie en het helpen van anderen.

Als je dus wilt dat je werknemers duurzaam inzetbaar zijn en tot de pensioengerechtigde leeftijd of zelfs daarna nog bijdragen aan het behalen van de organisatiedoelen, vraag hen dan eens waar zij hun plezier en voldoening uithalen in het werk.