Investeren in (het voeden van) vakmanschap

Wat ons drijft

Investeren in (het voeden van) vakmanschap

Begin deze maand verscheen het verslag van de werkzaamheden van de commissie Onderwijsbevoegdheden bij de uitwerking van het advies ‘Ruim baan voor leraren’ van de Onderwijsraad. In dit verslag bespreekt de commissie drie kernaspecten van de aard van het werk van de leraar:

  • ambachtelijk, kent een zekere openheid en onbepaaldheid;
  • doelgericht, is gericht op doelen en bedoeling, en;
  • situationeel, moet in steeds weer nieuwe situaties worden gerealiseerd.

De huidige situatie in het onderwijs laat zien dat deze kernaspecten zeer actueel en belangrijk zijn. Wat betreft de aard van het beroep komt de commissie op voor het vakmanschap van de leraar.

Vakmanschap

Naast de commissie ondersteunen ook de Inspectie van het Onderwijs, de PO-Raad en de Onderwijsraad dat vakmanschap. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap ziet dat het vakmanschap ook gevoed moet worden en komt daarom met het Nationaal Programma Onderwijs na Corona ter ondersteuning van (investeren in) dat vakmanschap. “De huidige generatie leerlingen en studenten verdient, ondanks de coronacrisis, alle kansen op volwaardig onderwijs en een goede toekomst”, aldus het ministerie.

Extra geld en menskracht

Een investering van miljarden euro’s voor de komende 2,5 jaar ten behoeve van herstel en ontwikkeling van het onderwijs. Dat zal op zich wat druk van de ketel halen. Dit geeft de onderwijssector volgens de PO-Raad de kans om met extra geld, menskracht en gezamenlijk met alle partners daadwerkelijk te doen wat nodig is.

Het ministerie geeft in haar plannen aan dat elke school geld krijgt om leerlingen/studenten heel gericht te helpen. De Onderwijsraad constateerde in juni van vorig jaar dat er ten aanzien van grote vraagstukken als het leraren- en schoolleiderstekort, kansenongelijkheid en teruglopende leesresultaten een kwaliteitsslag gemaakt moet worden. Met de toekomst van ons onderwijs voor ogen kunnen de afgelopen woensdag gepresenteerde investeringen daar natuurlijk goed voor gebruikt worden.

Regie bij het werkveld

Het ministerie nodigt leraren uit mede te bepalen hoe dit geld wordt ingezet. Zij kunnen kiezen uit bewezen effectieve maatregelen die hun vakmanschap voeden. De PO-Raad stelt voor om in kaart te brengen wat de coronaperiode met onze leerlingen heeft gedaan en met evidence-informed aanpakken het herstel inzetten, gericht op de lange termijn. Daarbij wil de PO-Raad waken voor zogenoemdequick fixes. De regie moet ook hiervan bij scholen en besturen blijven liggen. Sterker nog, het onderwijs zelf moet haar bestuurlijke verantwoordelijkheid kunnen pakken als het gaat om het oplossen van een aantal grote vraagstukken (die ook ver voor Covid-19 speelden), aldus de PO-Raad.

De professionals de ruimte bieden binnen duidelijke kaders draagt wat ons betreft bij aan het voeden van het vakmanschap. “De onderwijsprofessionals weten het beste wat nodig is.” De uitwerking van het Nationaal programma moet volgens de PO-Raad daarom vraaggericht zijn, met ruimte voor maatwerk en extra personele inzet, passend bij de behoefte van leerlingen en de school. We juichen het enorm toe dat de overheid heeft besloten te investeren in vakmanschap en daarnaast ruimte biedt aan besturen, scholen en leraren voor het voeden van dat vakmanschap.

Hoe nu verder?

Weet je even niet hoe het geld uit het Nationaal Programma Onderwijs te besteden of waar te beginnen? We doen hierbij een suggestie. Probeer tijd vrij te maken voor de feedbackcyclus:

  • Feed-up: Begin bij jullie doelen. Wat wilden jullie bereiken met het onderwijs op jullie school? En hoe wilden jullie dat doen?
  • Feedback: Breng in kaart waar jullie staan. Wat is er – ondanks deze periode van onderwijs op afstand – allemaal wel gelukt? En wat nog niet?
  • Feedforward: Benoem wat jullie nodig hebben om jullie doelen alsnog te bereiken.