Een wijze Raad: “Werk en privé combineren”

Wat ons drijft

Een wijze Raad: “Werk en privé combineren”

“Kinderen krijgen steeds minder tijd en ruimte om vrij te spelen. Ouders werken harder dan ooit, politici maken zich druk over ranglijstjes, en scholen zijn gefocust op toetsen en resultaten. Ondertussen gaat er iets heel waardevols verloren” (Bregman, 2017).

Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is het verstandig dat we werk en privé beter gaan combineren. Als dat niet gebeurt gaat de kwaliteit van het werk achteruit, aldus de Raad in het rapport dat zij 14 januari jl. presenteerde. Daarnaast blijkt uit steeds meer publicaties dat het aantal burn-outs blijft toenemen.

Steeds meer en verschillende publicaties stellen direct of indirect het toenemende aantal burnouts aan de kaak. Rutger Bregman schreef (alweer tweeëneenhalf jaar geleden) voor De Correspondent het treffende artikel ‘Waarom onze kinderen steeds minder spelen (en wij met een burn-out thuis zitten)’.

“Kinderen die spelen, denken zelf na. Ze trainen hun fantasie en motivatie. Ze nemen risico’s en kleuren buiten de lijntjes. En ze leren samen te werken, op gelijke voet.”, aldus Bregman.

Hoewel kinderen (doorgaans van nature) aardig grip lijken te hebben op school(werk) en privé lijken volwassenen daar meer moeite mee te hebben. Met alle gevolgen voor de kinderen. Grip krijgen op iets vraagt om moeite doen. Moeite doen vraagt om inzet, betrokkenheid, eigenaarschap en creativiteit.

Hoe dan?!

Dan blijft de vraag: hoe dan? In het rapport ‘Het betere werk’ formuleert de WRR drie condities voor goed werk en doet daarbij negen aanbevelingen om de grip op geld, werk en leven te vergroten voor iedereen die werkt of wil werken.

Een gepast loon met zekerheden (grip op geld)

  1. Voorkom oneerlijke concurrentie tussen werkenden met verschillende contractvormen.
  2. Ontwikkel een stelsel van contractneutrale basisverzekeringen en voorzieningen voor alle burgers, een stelsel dat past bij de nieuwe wereld van werk.
  3. Vernieuw het actief arbeidsmarktbeleid, onder andere door meer aandacht voor persoonlijke begeleiding.
  4. Geef mensen met een uitkering en weinig kans op de arbeidsmarkt een basisbaan.

Autonomie en verbondenheid op het werk (grip op werk)

  1. Ontwikkel een programmatische aanpak voor goed werk binnen bedrijven en instellingen.
  2. Versterk de positie van werkenden binnen arbeidsorganisaties.

Een goede balans tussen werk en privé (grip op het leven)

  1. Schep meer mogelijkheden om mensen de keuze te geven hoeveel uren ze willen werken, onder andere door goede kinderopvang en ouderenzorg te bieden en meer werken makkelijker afdwingbaar te maken.
  2. Zorg voor langdurige, collectief betaalde verlofregelingen voor zorg en meer zeggenschap over arbeidstijden.
  3. Goed werk: Maak de drie condities van goed werk en de verdeling hiervan over de bevolking tot basis van overheidsbeleid en volg deze in de Monitor Brede Welvaart.

Basisbehoeften

Motivatiemeesters herkent in deze aanbevelingen (bijvoorbeeld aanbevelingen 3, 5 en 7) het belang van aandacht besteden aan de drie psychologische basisbehoeften relatie, competentie en autonomie. Als we leerlingen/ medewerkers/ mensen willen uitdagen tot meer inzet, betrokkenheid, eigenaarschap en creativiteit is het zinvol om tegemoet te komen aan de drie psychologische basisbehoeften. Voor Motivatiemeesters is dat van essentieel belang om de ambitie en het leergedrag van leerlingen/ medewerkers/ mensen te stimuleren en hun motivatie te bevorderen.